Translation of "Hit" in Dutch

0.024 sec.

Examples of using "Hit" in a sentence and their dutch translations:

I'm hit!

Ik ben geraakt!

Hit Tom.

- Versla Tom!
- Sla Tom!

Hit me.

Sla me.

Hit the brakes.

Trap op de remmen.

I hit Tom.

Ik heb Tom geslagen.

Who hit you?

Wie heeft jullie geslagen?

She hit him.

Ze sloeg hem.

Don't hit me!

Sla me niet!

- The truck hit a car.
- The lorry hit a car.

De vrachtwagen botste tegen een auto.

Let's hit the sack.

Laten we gaan slapen.

Earthquakes frequently hit Japan.

Japan wordt vaak getroffen door aardbevingen.

You almost hit me.

Je hebt me bijna geraakt.

You got hit hard.

Je bent hard geraakt.

Tom hit a triple.

Tom sloeg een driehonkslag.

You hit the brakes.

Je trapte op het rempedaal.

They hit the target.

Ze hebben het doelwit getroffen.

Don't hit me, please!

Alsjeblieft, sla me niet!

Tom just hit me.

Tom heeft me net geslagen.

Tom hit a nerve.

- Tom raakte een zenuw.
- Tom raakte een gevoelige snaar.

Let's hit the road.

Laten we wegwezen!

- Everyone knows that you hit Tom.
- Everyone knows you hit Tom.

- Iedereen weet dat je Tom geslagen hebt.
- Iedereen weet dat jullie Tom geslagen hebben.

- You hit the center of the target.
- You hit the bullseye.

Ge hebt het midden van de schietschijf geraakt.

- Tom said Mary hit him.
- Tom said that Mary hit him.

- Tom zei dat Mary hem geslagen heeft.
- Tom zei dat Mary hem heeft geslagen.

- What did you get hit with?
- What did they hit you with?

Met wat heeft men u geslagen?

I will hit the sack.

Ik ga slapen.

A truck hit the dog.

Een vrachtwagen heeft de hond aangereden.

He hit me by mistake.

Hij heeft mij bij vergissing geslagen.

The Titanic hit an iceberg.

De Titanic had een ijsberg geraakt.

Typhoons hit Japan every year.

- Tyfoons troffen Japan elk jaar.
- Tyfoons treffen Japan elk jaar.

She hit the ball hard.

Ze sloeg hard op de bal.

I hit on an idea.

- Ik had een idee.
- Ik kreeg een idee.

The arrow hit the target.

De pijl raakte het doel.

Why did you hit her?

- Waarom heb je haar geslaan?
- Waarom heb je haar geslagen?

Layla wasn't hit by gunfire.

- Layla werd niet door het geweervuur getroffen.
- Layla werd niet geschoten.

Tom said Mary hit him.

Tom zei dat Mary hem heeft geslagen.

His words hit us deeply.

Zijn woorden hebben ons diep geraakt.

- I know that Tom wouldn't hit Mary.
- I know Tom wouldn't hit Mary.

Ik weet dat Tom Maria niet zou slaan.

- He hit a ball with the bat.
- He hit the ball with the bat.

Hij sloeg de bal met de knuppel.

It's time to hit the town.

...is het tijd om naar de stad te gaan.

He hit me on the head.

Hij heeft mij op het hoofd geslagen.

Someone hit me on the back.

Iemand sloeg me op mijn rug.

The song was a big hit.

Het lied was een grote hit.

I really need to hit somebody.

- Ik moet echt iemand slaan.
- Ik moet dringend iemand raken.

I didn't mean to hit him.

Het was niet mijn bedoeling hem te slaan.

The car hit a telephone pole.

De auto raakte een telefoonpaal.

I need to hit the sack.

Ik moet gaan slapen.

Who hit the most home runs?

Wie heeft de meeste homeruns geslagen?

Tom says he didn't hit Mary.

Tom zei dat hij Maria niet had geslagen.

He hit him on the head.

Hij sloeg op zijn hoofd.

She hit him with a hammer.

Ze sloeg hem met een hamer.

What did you get hit with?

Met wat heeft men u geslagen?

What did they hit you with?

- Waarmee heeft men u geslagen?
- Waarmee heeft men je geslagen?
- Waarmee hebben ze u geslagen?
- Waarmee hebben ze je geslagen?

Tom had never hit me before.

Tom heeft me nooit eerder geslagen.

Yanni wanted to hit the principal.

Yanni wilde de directeur slaan.

The ball hit her in the eye.

De bal trof haar in het oog.

The new movie was a big hit.

De nieuwe film was een topper.

I hit upon a good idea then.

Toen kreeg ik een goed idee.

A devastating earthquake hit the state capital.

Een verwoestende aardbeving trof de hoofdstad van de staat.

You've hit the nail on the head!

Je hebt de spijker op zijn kop geslagen!

He hit a ball with the bat.

Hij sloeg een bal met de knuppel.

The dog was hit by a car.

De hond werd geraakt door een auto.

The teacher was hit by a projectile.

- De leraar werd geraakt door een projectiel.
- De leraar werd getroffen door een projectiel.

You hit the center of the target.

Ge hebt het midden van de schietschijf geraakt.

I'm going to hit the sack early.

Ik ga vroeg slapen.

This new song is a big hit.

Dit nieuwe lied maakt furore.

I saw the plane hit the building.

Ik zag het vliegtuig het gebouw inboren.

He was almost hit by a car.

Hij was bijna door een auto aangereden.

I was nearly hit by a car.

Ik werd bijna aangereden door een auto.

Watch out! That car almost hit you.

Kijk uit! De auto had je bijna omver gereden.

That dog was hit by a car.

De hond werd geraakt door een auto.

He hit the ball with the bat.

Hij sloeg de bal met de knuppel.

Tom hit the ball with the bat.

Tom sloeg de bal met de knuppel.

Tom hit Mary with a baseball bat.

Tom sloeg Maria met een honkbalknuppel.

Tom tried to hit me last night.

Tom heeft me gisteren proberen te slaan.

Sami thought that all Muslims hit ladies.

Sami dacht dat alle moslims dames slaan.

After five shots, they hit the target.

Na vijf schoten troffen ze het doel.