Examples of using "Braces" in a sentence and their dutch translations:
Ze heeft een beugel.
Mary heeft een beugel.
Hij heeft een beugel.
Ze heeft een beugel.
- Tom heeft een beugel.
- Tom heeft beugels.
Tom heeft beugels.
Heb ik een beugel nodig?
- Tom heeft een beugel.
- Tom heeft beugels.
Tom draagt bretels.