Translation of "Rijk" in Polish

0.004 sec.

Examples of using "Rijk" in a sentence and their polish translations:

- U bent rijk.
- Jullie zijn rijk.
- Je bent rijk.
- Jij bent rijk.

Jesteś bogaty.

- Je bent rijk.
- Jij bent rijk.

Jesteś bogaty.

- Wil je rijk zijn?
- Willen jullie rijk zijn?

Chcesz być bogaty?

Je bent rijk.

Jesteś bogaty.

Hij is rijk.

Jest bogaty.

Ik ben rijk.

Jestem bogaty.

Tom is rijk.

Tom jest bogaty.

Ben je rijk?

Jesteś bogaty?

Ze is rijk.

Ona jest bogata.

- Ik wenste dat ik rijk was.
- Ik zou rijk willen zijn.
- Was ik maar rijk.

Chciałabym być bogata.

Mijn broer is rijk.

Mój brat jest bogaty.

Mijn oom is rijk.

Mój wujek jest bogaty.

Ik wil rijk zijn.

Chcę być bogaty.

- Ik weet dat je rijk bent.
- Ik weet dat ge rijk zijt.
- Ik weet dat u rijk bent.
- Ik weet dat jullie rijk zijn.

Wiem, że jesteś bogaty.

- Ik weet dat je rijk bent.
- Ik weet dat ge rijk zijt.
- Ik weet dat u rijk bent.

Wiem, że jesteś bogaty.

Japan is een rijk land.

Japonia jest bogatym państwem.

Ze is rijk maar ongelukkig.

Jest bogata, ale nieszczęśliwa.

Mijn familie is niet rijk.

Moja rodzina nie jest bogata.

Hij is rijk en machtig.

On jest bogaty i wpływowy.

Ze is noch rijk, noch beroemd.

Ona nie jest ani bogata, ani sławna.

Sinaasappels zijn rijk aan vitamine C.

Pomarańcze mają dużo witaminy C.

China is rijk aan natuurlijke grondstoffen.

Chiny są bogate w surowce naturalne.

Niet iedereen die hier woont, is rijk.

Nie każdy, kto tutaj mieszka, jest bogaty.

Hij was de heerser van het Inca-rijk.

Był władcą imperium Inków.

Hij is rijk maar hij is niet gelukkig.

On jest bogaty, lecz nie szczęśliwy.

Het wordt gezegd dat hij heel rijk is.

Mówi się, że on jest bardzo bogaty.

Hij is rijk genoeg om twee auto's te kopen.

Jest wystarczająco bogaty, żeby kupić sobie dwa samochody.

De kloof tussen rijk en arm wordt steeds groter.

Powiększa się dystans między bogatymi a biednymi.

Ik zou wel zo rijk als hij willen zijn.

Chciałbym być tak bogaty jak on.

Ik ben niet rijk en wil dat ook niet zijn.

Nie jestem bogaty i nie chcę takim być.

- Ah! Als ik rijk zou zijn, zou ik voor mezelf een huis kopen in Spanje.
- O, als ik rijk was, kocht ik een huis in Spanje.

Ach, gdybym był bogaty, kupiłbym dom w Hiszpanii.

Ik zou graag rijk willen zijn en me geen zorgen te hoeven maken over geld.

Chciałabym być bogata i nie musieć się martwić o pieniądze.