Translation of "Vandaan" in German

0.007 sec.

Examples of using "Vandaan" in a sentence and their german translations:

- Waar kom je vandaan?
- Waar komt u vandaan?
- Waar komen jullie vandaan?

- Woher kommst du?
- Woher kommen Sie?
- Wo kommst du her?
- Wo bist du her?
- Wo seid ihr her?
- Wo sind Sie her?
- Wo kommt ihr her?
- Woher kommt ihr?

- Waar kom je vandaan?
- Waar komt u vandaan?

- Woher kommst du?
- Woher kommen Sie?
- Wo kommen Sie her?
- Wo kommst du her?
- Woher kommt ihr?

- Waar komen jouw voorouders vandaan?
- Waar komen uw voorouders vandaan?
- Waar komen jullie voorouders vandaan?

- Woher sind deine Vorfahren?
- Woher kommen Ihre Vorfahren?
- Woher kommen eure Vorfahren?

Er komt tocht vandaan.

Aus dieser Richtung kommt ein Luftzug.

Waar komt die vandaan?

Wo kommt der denn her?

Waar komt Tom vandaan?

- Woher kommt Tom?
- Wo kommt Tom her?

Waar kom je vandaan?

- Woher kommst du?
- Wo kommst du her?
- Wo bist du her?

Waar komen ze vandaan?

- Wo kommen sie her?
- Woher kommen sie?

Waar komt hij vandaan?

- Wo kommt er her?
- Woher kommt er?

Waar komt u vandaan?

- Woher kommen Sie?
- Wo kommen Sie her?

Waar kom ik vandaan?

- Woher komme ich?
- Wo komme ich her?

Waar komen jullie vandaan?

Woher kommt ihr?

- Tussen haakjes, waar komt u vandaan?
- Waar komt u eigenlijk vandaan?

Woher kommen Sie eigentlich?

Waar heb je dat vandaan?

- Wo hast du das denn her?
- Wo hast du die denn her?
- Wo hast du den denn her?

Waar komt deze vlag vandaan?

Wovon ist diese Flagge?

Waar komt deze auto vandaan?

Woher kommt dieser Wagen?

Is het hier ver vandaan?

Ist es weit von hier?

Ik kom uit Shizuoka vandaan.

Ich komme aus Shizuoka.

Ik kom uit Colombia vandaan.

Ich komme aus Columbia.

Waar kom je vandaan, Karen?

- Woher kommen Sie, Karen?
- Woher kommst du, Karen?

Waar haal je het vandaan?

Wo hast du das her?

Waar komen uw voorouders vandaan?

Woher kommen Ihre Vorfahren?

Waar komt die melk vandaan?

Woher kommt die Milch?

Weet jij waar Tom vandaan komt?

- Weißt du, wo Tom herkommt?
- Wissen Sie, wo Tom herkommt?

Waar haal jij je ideeën vandaan?

Woher nimmst du nur deine Ideen?

Tussen haakjes, waar komt u vandaan?

- Übrigens, woher bist du?
- Woher kommen Sie eigentlich?

Waar komt al die zelfzekerheid vandaan?

Woher kommt dieses Selbstvertrauen?

Waar schijnt ze vandaan te komen?

Woher kommt er?

Boston is waar ik vandaan kom.

Boston ist, wo ich herkomme.

Waar haal je die onzin vandaan?

Was redest du für einen Unsinn?

"Waar komt Tom vandaan?" - "Uit München."

„Woher kommt Tom?“ – „Aus München.“

- Waar kom jij vandaan met deze grote koffer?
- Waar kom jij met deze grote koffer vandaan?

Woher kommst du mit diesem schweren Koffer?

In Zuid-Afrika, waar ik vandaan kom,

In Südafrika, woher ich komme,

Mijn kat kwam onder de tafel vandaan.

Meine Katze kam unter dem Tisch hervor.

Ik wist niet waar het vandaan kwam.

Ich wusste nicht, woher es kam.

Hij kwam naakt onder de douche vandaan.

Er kam nackt aus der Dusche.

Een kat kwam onder het bureau vandaan.

Eine Katze kam unter dem Tisch hervor.

Waar heb je die oranje sjaal vandaan?

- Woher hast du dieses orangene Halstuch?
- Woher hast du diesen orangenen Schal?
- Woher haben Sie dieses orangene Halstuch?
- Woher haben Sie diesen orangenen Schal?

Waar heb je deze oude munten vandaan?

Wo hast du diese alten Münzen herbekommen?

Waar heeft ze die oranje sjaal vandaan?

- Wo hat sie diesen orangen Schal her?
- Woher hat sie dieses orangene Halstuch?
- Woher hat sie diesen orangenen Schal?

Het postkantoor is hier twee kilometer vandaan.

Die Post ist zwei Kilometer von hier entfernt.

De bushalte is hier tien minuten lopen vandaan.

Die Bushaltestelle ist 10 Gehminuten entfernt.

Het maakt niet uit waar hij vandaan komt.

- Es spielt keine Rolle, woher er kommt.
- Es ist unwichtig, woher er kommt.

Ik moet weten waar jouw citaten vandaan komen.

Ich muss wissen, woher du die Zitate genommen hast.

- Van waar kwamen ze?
- Waar kwamen ze vandaan?

Woher kamen sie?

Waar komen we vandaan? Waar gaan we heen?

Wo kommen wir her? Wo gehen wir hin?

En de fakkel flakkert ook. Er komt tocht vandaan.

Man sieht auch, wie die Flamme zuckt. Von dort kommt ein Luftzug.

- Haal die doos weg!
- Neem die doos hier vandaan!

- Nimm diese Kiste weg!
- Nehmen Sie diese Kiste weg!
- Stell diese Kiste weg!
- Stellen Sie diese Kiste weg!

- Ik kom uit Shizuoka.
- Ik kom uit Shizuoka vandaan.

Ich komme aus Shizuoka.

- Ik kom uit Colombia.
- Ik kom uit Colombia vandaan.

Ich komme aus Kolumbien.

Ze hebben ons niet verteld waar hij vandaan kwam.

Man sagte uns nicht, woher er gekommen ist.

Twee kilometer van het station vandaan is een pension.

Zwei Kilometer vom Bahnhof entfernt ist eine Pension.

- Ik wil een boot die me hier ver vandaan zal brengen.
- Ik wil een boot die me hier ver vandaan brengt.

Ich wünsche mir ein Boot, das mich weit weg von hier bringt.

- Is het hier ver vandaan?
- Is het ver van hier?

Ist es weit von hier?

Ik wil een boot die me hier ver vandaan brengt.

Ich wünsche mir ein Boot, das mich weit weg von hier bringt.

- Ik kom er net van.
- Ik kom daar net vandaan.

Ich komme gerade daher.

Ik wil een boot die me hier ver vandaan zal brengen.

Ich wünsche mir ein Boot, das mich weit weg von hier bringt.

- Ik weet waar hij vandaan komt.
- Ik weet van waar hij is.

Ich weiß, woher er kommt.

- Waar haal je die onzin vandaan?
- Waar heb je het verdomme over?

Was redest du für einen Unsinn?