Translation of "Rook" in German

Tom rook rook.

- Tom hat Rauch gerochen.
- Tom roch Rauch.

- Er kwam rook.
- Er verscheen rook.

Es begann zu rauchen.

- Rook alsjeblieft niet.
- Rook alstublieft niet.

Bitte rauche nicht.

Rook je?

Rauchst du?

Ik rook.

Ich rauche.

Als donkere rook.

wie dunklen Rauch.

Ik rook niet.

Ich rauche nicht.

Rook hier niet.

- Rauch hier nicht.
- Rauchen Sie hier nicht.
- Raucht hier nicht.

Ik rook spek.

Ich roch Speck.

Ik rook sigaretten.

Ich rauche Zigaretten.

Rook alsjeblieft niet.

Bitte rauche nicht.

Rook je niet?

Rauchst du nicht?

Er verscheen rook.

Es begann zu rauchen.

Hoelang rook je?

- Wie lange rauchen Sie schon?
- Wie lange rauchst du schon?
- Wie lange raucht ihr schon?

Rook niet te veel.

Rauch nicht zu viel.

Het rook echt goed.

Es riecht sehr gut.

Dit vlees rook verschrikkelijk.

Das Fleisch roch schrecklich.

- Rookt u?
- Rook je?

Rauchen Sie?

Ik rook noch drink.

Weder rauche ich, noch trinke ich.

Ik kan rook zien.

Ich kann Rauch sehen.

Leyla rook naar alcohol.

Leyla roch nach Alkohol.

- Waar rook is, is vuur.
- Er is geen rook zonder vuur.

- Wo Rauch ist, ist auch Feuer.
- Kein Rauch ohne Feuer.
- Wo Rauch ist, da ist auch Feuer.

De kamer rook naar tabak.

Das Zimmer stank nach Tabak.

Aan welke bloem rook ze?

An welcher Blume hat sie gerochen?

Hoe maakt u de rook?

- Wie machst du den Rauch?
- Wie machen Sie den Rauch?
- Wie macht ihr den Rauch?

Moet je die rook zien.

Sieh dir diesen Rauch an.

- Vind je het erg als ik rook?
- Vinden jullie het erg als ik rook?

Stört es Sie, wenn ich rauche?

Daar komt een hoop rook van...

Sehr viel Rauch wird entstehen

Hoeveel sigaretten rook jij per dag?

Wie viele Zigaretten rauchst du am Tag?

- Rookt u?
- Roken jullie?
- Rook je?

- Rauchen Sie?
- Raucht ihr?
- Rauchst du?

Er is geen rook zonder vuur.

- Ohne Rauch kein Feuer.
- Wo Rauch ist, da ist auch Feuer.
- Es gibt keinen Rauch ohne ein Feuer.

Toms werkplaats rook sterk naar oplosmiddelen.

Es stank in Toms Werkstatt stark nach Lösungsmitteln.

Rook steeg op uit de schouw.

Rauch stieg aus dem Schornstein empor.

Er kwam zwarte rook uit de schoorsteen.

Aus dem Schornstein kam schwarzer Rauch.

Vind je het erg als ik rook?

- Stört es euch, wenn ich rauche?
- Stört es dich, wenn ich rauche?

Staat u toe dat ik hier rook?

Darf ich hier rauchen?

Stoort het u als ik hier rook?

Stört es Sie, wenn ich hier rauche?

- Rook je niet?
- Rookt u niet?
- Roken jullie niet?

- Rauchst du nicht?
- Raucht ihr nicht?
- Rauchen Sie nicht?

- Rook je sigaren?
- Rookt u sigaren?
- Roken jullie sigaren?

- Rauchst du Zigarren?
- Rauchen Sie Zigarren?
- Raucht ihr Zigarren?

Ik heb er een hekel als als mijn kleren naar rook stinken.

Ich mag nicht, dass meine Kleidung nach Rauch stinkt.

- Hoeveel pakjes sigaretten rookt u dagelijks?
- Hoeveel pakjes sigaretten rook je dagelijks?

Wie viele Packungen Zigaretten rauchen Sie täglich?

...en dan laat ik het tien minuten liggen, de rook vult de grot...

und den lasse ich zehn Minuten lang in die Höhle ziehen,

- Ik rook, wat je er ook van zegt.
- Ik blijf roken wat jij ook zegt.

Ich rauche, gleichviel, was du auch sagst.

- Waar rook is, is vuur.
- Men noemt geen koe bont, of er is een vlekje aan.

Wo Rauch ist, da ist auch Feuer.

- De kamer rook naar tabak.
- De kamer stonk naar tabak.
- In de kamer stonk het naar tabak.

Das Zimmer stank nach Tabak.