Translation of "أهلاً" in Dutch

- أهلاً
- مرحباً.

- Hallo.
- Goedemorgen!
- Hoi.
- Hallo!
- Goedendag!

أهلاً كيف حالك؟

Hé, hoe gaat het met je?

- أهلاً.
- مرحباً.
- سلام

Hallo.

‫وكنت بالتأكيد‬ ‫أهلاً للتحدي.‬

...en jij bent er zeker klaar voor.

أهلاً و سهلاً بك في اليايان.

Welkom in Japan.

‫إن كنت أهلاً للتحدي، اختر "إعادة الحلقة".‬

Als je de uitdaging aanneemt, kies dan 'Aflevering opnieuw afspelen'.

- مرحباً بيل ، كيف حالك؟
- أهلاً بيل ، كيف الأحوال؟

Hoi, Bill. Hoe gaat het?

- أهلاً و سهلاً!
- مرحباً بك!
- اهلا وسهلا
- مرحبا!

Welkom!

‫هل أنت أهل لذلك؟‬ ‫إن كنت أهلاً له، فأنا كذلك.‬

Ben je er klaar voor? Ik ben zover als jij zover bent.

- مرحباً بك في تتويبا.
- أهلاً و سهلاً بك في تتويبا.

- Welkom bij Tatoeba.
- Welkom op Tatoeba.