Examples of using "Paris" in a sentence and their dutch translations:
Parijs is de hoofdstad van Frankrijk.
Parijs is de hoofdstad van Frankrijk.
Waar is Parijs?
Parijs is de hoofdstad van Frankrijk.
Parijs is de hoofdstad van Frankrijk.
Ik kom uit Parijs, Frankrijk.
De Seine loopt door Parijs.
Parijs viel in 1940.
Op een bepaalde manier is Parijs het middelpunt van de wereld.
Zelfs de ambitieuze doelstellingen van de Overeenkomst van Parijs
Parijs is de mooiste stad van de wereld.
Parijs is een van de grootste steden van de wereld.
Parijs is een van de grootste steden van de wereld.
Het wordt gemaakt uit papier-maché en gips.
Parijs is een van de steden die ik vorig jaar bezocht heb.
Ik woon in Savigny-sur-Orge, een stadje vlak bij Parijs.
De vredesconferentie van Parijs wordt geopend in het paleis van Versailles, net buiten de Franse hoofdstad.