Translation of "Pera" in Dutch

0.004 sec.

Examples of using "Pera" in a sentence and their dutch translations:

- Estoy comiendo una pera.
- Me como una pera.

- Ik eet een peer.
- Ik ben een peer aan het eten.

Esta pera huele bien.

Die peer ruikt lekker.

Esta pera está verde.

Deze peer is groen.

¿Esta pera está verde?

Is deze peer groen?

Está comiendo una pera.

Ze is een peer aan het eten.

Esto es una pera.

Dit is een peer.

Estoy comiendo una pera.

- Ik eet een peer.
- Ik ben een peer aan het eten.

Me como una pera.

- Ik eet een peer.
- Ik ben een peer aan het eten.

Tom se está comiendo una pera.

Tom is een peer aan het eten.

Después de comerse una pera, tomó una manzana.

Nadat hij een peer gegeten had, nam hij een appel.

La pera argentina está más cara que la brasilera.

De Argentijnse peer is duurder dan de Braziliaanse.

Se acabaron todas las manzanas, pero nadie se comió una pera.

Alle appels zijn op, maar niemand heeft een peer gegeten.