Examples of using "юноша" in a sentence and their dutch translations:
- Ik ben een verlegen jongen.
- Ik ben een schuchtere jongen.
De jongeman redde het meisje van verdrinking.
- Ik ben een verlegen jongen.
- Ik ben een schuchtere jongen.
Ben jij een meisje of een jongen?
- Ik ben een verlegen jongen.
- Ik ben een schuchtere jongen.