Examples of using "убила" in a sentence and their dutch translations:
Betty heeft hem gedood.
- Betty vermoordde haar moeder.
- Betty heeft haar moeder gedood.
Betty vermoordde haar.
Betty heeft hem gedood.
Betty heeft hem gedood.
Betty heeft iedereen vermoord.
De wesp doodde de spin.
Elisabeth doodde Alister in koelen bloede.
Ze doodde hem met een mes.
Betty heeft zijn moeder vermoord.
Ze vermoordde haar echtgenoot.
Mijn kat heeft een eekhoorn gedood.
Betty vermoordde haar moeder.
Mijn kat heeft die muis gedood.
Die vos moet de hen gedood hebben.
- Mijn kat heeft die muis gedood.
- Mijn kat heeft deze muis gedood.
- Ik heb ze allemaal vermoord.
- Ik heb ze allemaal gedood.
- Ik heb ze allemaal doodgemaakt.
- Heb jij haar vermoord?
- Heeft u haar vermoord?
- Hebben jullie haar vermoord?
- Heb jij hem vermoord?
- Heeft u hem vermoord?
- Hebben jullie hem vermoord?
- Heb je Tom vermoord?
- Heeft u Tom vermoord?
- Hebben jullie Tom vermoord?
- Heb je Tom gedood?
- Heeft u Tom gedood?
- Hebben jullie Tom gedood?