Examples of using "сомневаюсь" in a sentence and their dutch translations:
- Dat betwijfel ik.
- Ik betwijfel het.
- Ik betwijfel het dat Tom schuldig is.
- Ik denk niet dat Tom schuldig is.
Ik betwijfel dat hij advocaat is.
Dat betwijfel ik ten zeerste.
- Ik betwijfel het echt.
- Ik twijfel er echt aan.
Ik betwijfel of Tom gelukkig is.
Ik betwijfel het.
- Ik ben niet zeker.
- Ik aarzel.
Ik betwijfel dat hij advocaat is.
Daaraan twijfel ik niet.
Ik heb mijn twijfels over de echtheid van dit document.
Ik betwijfel dat Tom de eerste zal zijn.
Ik twijfel er niet aan dat het hem zal lukken.
Ik twijfel aan de waarheid van dit verhaal.
- Dat betwijfel ik toch.
- Op een of andere manier betwijfel ik het.
Ik twijfel er niet aan dat hij me zal helpen.
Ik twijfel of we geen andere uitweg hebben.
Ik betwijfel of ik haar ken.
Ergens hebt ge gelijk, maar ik heb nog mijn twijfels.