Examples of using "обожает" in a sentence and their dutch translations:
- Hij houdt echt veel van reizen.
- Hij is dol op reizen.
- Zij houdt van vissen.
- Hij houdt van vissen.
- Zij houdt erg van vissen.
Mijn kat houdt van garnalen.
Tom houdt van paarden.
- Mijn vader is dol op pizza.
- Mijn vader houdt erg van pizza.
- Ze is dol op katten.
- Ze is gek op katten.
Hij houdt van treinen.
Ze is gek op cake.
Tom is gek op Maria.
Tom leest graag.
Ze is dol op hem.
Zij houdt van vissen.
Hij houdt van vissen.
Tom is dol op ijs.
Tom houdt van vissen.
Hij houdt van honden.
Hij is gek op sciencefiction.
Oma heeft heel veel plezier aan TV-kijken.
Tom houdt van appelsap.
Mijn vader houdt erg van pizza.
Ze is dol op tennissen.
- Hij houdt van dit soort muziek.
- Hij is gek op dit soort muziek.
Mijn grootmoeder houdt van tv kijken.
Hij houdt er erg van zich in de spiegel te bekijken.
Hij is gek op sciencefictionromans.
Mijn vrouw houdt van appeltaart.
- Ze is gek op cake.
- Ze vindt cake heerlijk.
Hij is dol op reizen.
- Tom is gek op chocola.
- Tom houdt van chocolade.
Anna houdt van chocolade.
Zij houdt van eekhoorns.
Tom houdt van chocolade-ijs.
Hij houdt van treinen.
Mijn vrouw houdt van appeltaart.
Ze is dol op tennissen.