Examples of using "зажёг" in a sentence and their dutch translations:
Ken stak de kaarsen aan.
Tom stak een kaars aan.
- Tom stak de kaars op tafel aan.
- Tom heeft de kaars op tafel aangestoken.
De man stak een sigaret op met een aansteker.
Hij deed het licht aan.
Tom deed het licht aan.
Tom deed de lamp aan.
Ik deed het licht aan.
Tom deed de kleine lamp op zijn nachtkastje aan.