Examples of using "Везёт" in a sentence and their dutch translations:
Je hebt geluk.
- Ze heeft geluk.
- Zij heeft geluk.
Pech!
Ik heb geluk.
Bofkont!
Bofkont!
Vandaag heb ik geluk.
We hebben gewoon geluk.
- Hij is een geluksvogel.
- Hij boft maar.
Hij heeft vet geen geluk.
Je hebt pech.
Tom heeft geluk.
Je hebt pech.
Ik heb geluk.
- Ik heb geen geluk.
- Ik heb pech.
Wat heb ik een pech!
en probeer mensen te helpen hun geluk te vergroten.
Het geluk staat de dapperen bij.