Examples of using "Graliśmy" in a sentence and their dutch translations:
- We hebben voetbal gespeeld gisteren.
- Gisteren speelden we voetbal.
We hebben gisteren getennist.
- We hebben voetbal gespeeld gisteren.
- Gisteren speelden we voetbal.
- We hebben voetbal gespeeld gisteren.
- Gisteren speelden we voetbal.
We hebben basketbal gespeeld in de turnzaal.