Examples of using "知りません。" in a sentence and their dutch translations:
- Ik weet niets.
- Ik weet van niks.
Nee, ik weet het niet.
Ik weet niets.
Ik weet niets.
Ik weet niet wie hij is.
Dat weet ik niet.
Ik ken haar niet.
Hij antwoordde dat hij het niet wist.
Ik ken je niet.
Ik weet niet of je hem kent.
Ik weet niks van haar.
Hij weet niet veel over Japan.
Ik ken geen van deze vijf dames.
Ik weet niet wanneer hij hier zal komen.
Ik weet het niet.
Ik versta er niet veel van.
Hij weet niet veel over Japan.
Ik weet niets over zijn verleden.
Ik weet niet hoe diep het meer is.
Ik weet niets over hem.
- Ik weet van niets.
- Ik weet van niks.
Ik weet niet waar het is.
Oma wist niet dat ik homoseksueel was.
Ik weet niet wie de taart heeft gemaakt.
Ik ben een vreemdeling hier.
Ik wist niet dat honden goed konden zwemmen.
- Ik weet niet wie deze brief geschreven heeft.
- Ik weet niet wie deze brief heeft geschreven.
en ik had geen idee waarom, tot op die avond.
Ik weet niet wanneer ze naar Londen vertrekt.
Ik weet het niet.
Ik ken geen Frans.
maar de meeste kunstenaars hebben geen notie van deze mogelijkheden.
Ik weet niet of hij met ons plan zal instemmen of niet.
- Wist je dat niet?
- Wist u dat niet?
- Wisten jullie dat niet?
Niemand weet wanneer zo'n gebruik ontstaan is.
Hij ontkende dat hij iets wist over hun plannen.
- Ik weet het niet.
- Ik weet niet.
- Ik weet het niet.
- Ik weet niet.
- Weet ik niet.
- Dat wist ik niet.
- Ik wist dit niet.
Ik wist niet dat meneer Williams in de Vietnamoorlog gevochten had.
Ik weet daar niets van.
- Ik weet het niet.
- Weet ik veel.
Toch blijven deze gebeurtenissen meestal onzichtbaar voor ons.
Ik ben een vreemdeling hier.
Ik heb geen idee waarom ze zich zo opgewonden heeft.
- Ik weet niet wanneer Bob naar Japan gekomen is.
- Ik weet niet wanneer Bob in Japan aangekomen is.
- Ik weet niet wie deze brief geschreven heeft.
- Ik weet niet wie deze brief heeft geschreven.
Kent ge toevallig niet zijn naam?