Examples of using "なるほど。" in a sentence and their dutch translations:
- Aha.
- Ik snap het.
Ah, hebbes!
- Begrepen.
- Ik begrijp het.
- Aha.
- Ik snap het.
- Aha.
- Ik snap het.
Duistere nachten kunnen de zaken vergemakkelijken.
Hij is inderdaad arm, maar hij is gelukkig.
Ik word zwakker met de hitte die toeneemt.
Het is waar dat ze jong is, maar ze is wijs.
Het zou, inderdaad, een vergissing kunnen zijn.
Ik zou het inderdaad mis kunnen hebben.
Ze waren niet van plan om hun kans mis te lopen
Hij is inderdaad nog jong, maar hij is erg voorzichtig.
Het is waar dat hij vakkennis heeft, maar het ontbreekt hem aan gezond verstand.
het hele concept in elkaar zou storten.
Hij is uiteraard arm, maar hij is gelukkig.
Wel, het zou dan wel zo kunnen zijn dan hij slim is, maar hij maakt vaak fouten door niet op te letten.
Het zou, inderdaad, een vergissing kunnen zijn.
- Begrepen.
- Ik begrijp het.
- Ik snap het!
- Oké.
- Ik begrijp dat wel.
- Dat begrijp ik.