Examples of using "わかります。" in a sentence and their dutch translations:
Ben je dat met me eens?
Hoe laat is het nu?
Verstaat ge wat ik zeg?
Ken je dat gevoel?
Dat gevoel ken ik.
Snap je het?
- Begrepen.
- Ik begrijp het.
- Aha.
- Ik snap het.
- Begrijp je me?
- Begrijpen jullie me?
Begrijpen jullie me?
Kun je jongleren?
Hebt gij enig idee wie hij is?
- Weet jij waar het politiebureau is?
- Weet u waar het politiebureau is?
Deze tag meet locatie en diepte
Kent gij het verschil tussen een microscoop en een telescoop?
Weet je welke route te nemen?
en we kijken wie er het meest meedogenloos zijn, mannetjes of vrouwtjes?
Kunt u mij zeggen wat dit woord betekent?
- Versta je?
- Begrijpt u?
Weet je wat ze niet op afstand kunnen hacken?
Snap je wat hij zegt?
Weet jij waarom ze zo boos is?
Maria verstaat Chinees.
Het blijkt dat reuzemossels een reuze-effect hebben op koraalriffen.
Weet jij de reden waarom twee derde van de studenten niet bij de studentenvergadering was?
Dat vertelt de arts dat er verbinding is met de buitenwereld.
Als je naar dit tv-drama kijkt, zul je een goed inzicht krijgen in het leven van de gewone mensen in de Edo-periode.
- Kent gij het verschil tussen een microscoop en een telescoop?
- Ken jij het verschil tussen een microscoop en een telescoop?
Weet jij waarom ze zo boos is?
- Begrepen.
- Ik begrijp het.
- Ik snap het!
- Oké.
- Ik begrijp dat wel.
- Dat begrijp ik.
Observeer uw kat en ge zult ze leren kennen.