Examples of using "Invitata" in a sentence and their dutch translations:
Was je uitgenodigd?
Ben ik uitgenodigd?
Ik ben dankbaar voor de uitnodiging.
Ik was uitgenodigd op hun huwelijksfeest.
Ik word maar zelden op feestjes uitgenodigd.
Jullie zijn niet uitgenodigd.
Ik word niet vaak op feestjes uitgenodigd.
Ik werd door een oude vriend uitgenodigd.
Ik werd door een oude vriend uitgenodigd.
Mijn vrienden hebben mij uitgenodigd voor het avondeten.
Ik was uitgenodigd voor het feest.
- Wie heeft je uitgenodigd voor het feest?
- Wie heeft u uitgenodigd voor het feest?
- Wie heeft jullie uitgenodigd voor het feest?
Mijn baas nodigde me uit voor een etentje.
Ze nodigde me uit bij haar thuis.