Examples of using "Gemella" in a sentence and their dutch translations:
Ze is een tweeling.
- Heb je een tweelingzuster?
- Heb je een tweelingzus?
Ze is een tweeling.
Ik ben een tweeling.
Ik heb een tweelingzus.
Heb je een tweelingzuster?
Maria is Toms tweelingzus.
Ik ben een tweeling.
Ik heb een tweeling.
Kun je de tweeling uit elkaar houden?