Examples of using "Dita" in a sentence and their dutch translations:
Jouw vingers zijn mooi.
Hij likte zijn vingers.
Duimen.
- Duimen.
- Kruis je vingers.
- Let op je vingers!
- Pas op je vingers!
Tom bewoog zijn tenen.
Ik zal voor je duimen.
Mijn tenen bevriezen.
Pas op je tenen.
Ik kan makkelijk mijn tenen aanraken.
Ik kan mijn tenen niet voelen.
Hoe doe je dat? Stel je voor dat je 2000 vingers hebt.
De hand heeft vijf vingers: duim, wijsvinger, middelvinger, ringvinger en pink.
Ik kan mijn vingers en tenen niet voelen.
Pedicellariae zijn lange, vingerachtige aanhangsels... ...met drie kleine tanden op het eind.