Examples of using "Utálja" in a sentence and their dutch translations:
Ze haat Facebook.
Iedereen haat hem.
Ze haat hem.
Ze haat groene paprika’s.
Iedereen haat Tom.
Iedereen haat hem.
- Hij verafschuwt spinnen.
- Hij haat spinnen.
- Hij heeft een hekel aan wortels.
- Hij haat wortelen.
Tom haat Mary.
Tom haat wortels.
Tom haat katten.
Mijn vrouw haat katten.
- Ze heeft een hekel aan wortels.
- Ze haat wortels.
Tom haat spinnen.
- Tom heeft een hekel aan uien.
- Tom haat uien.
- Tom heeft een hekel aan buitenlanders.
- Tom haat buitenlanders.
Tom haat groene paprika's.
Tom haat kinderen.
Tom haat honden.
Tom haat Kerstmis.
De meeste kinderen haten de school.
De meeste studenten houden niet van geschiedenis.
Waarom haat Tom Mary?
De meeste ontwikkelaars hebben een hekel aan debuggen; het is leuker om programmeerfouten te maken dan ze op te lossen.
De meeste ontwikkelaars hebben een hekel aan debuggen; het is leuker om programmeerfouten te maken dan ze op te lossen.