Examples of using "Jövőd" in a sentence and their dutch translations:
- Je hebt een zonnige toekomst.
- Je hebt een hoopvolle toekomst.
- Je hebt een rooskleurige toekomst.
- Je hebt een zonnige toekomst in het verschiet.
- Je hebt een zonnige toekomst voor je liggen.
- Je toekomst zit vol met mogelijkheden.
- Uw toekomst zit vol met mogelijkheden.
- Jullie toekomst zit vol met mogelijkheden.