Examples of using "Írt" in a sentence and their dutch translations:
- Hij heeft een brief geschreven.
- Hij schreef een brief.
- Hij heeft een brief geschreven.
- Hij schreef een brief.
- Hij heeft een brief geschreven.
- Hij schreef een brief.
stuurde hij nog een bericht.
Wie heeft een brief geschreven?
Emily schreef een brief.
Zij heeft een brief geschreven.
- Hij heeft een boek geschreven over China.
- Hij heeft een boek over China geschreven.
Zoals Leo Tolstoj schreef:
Hij heeft een brief geschreven.
Gisteren heeft hij een brief geschreven.
Tom heeft niets geschreven.
Tom schreef vroeger liedjes.
Hij schreef veel boeken over China.
Hij heeft een boek geschreven over porselein.
Tom schreef Maria een brief.
Ik heb vertaald wat Tom heeft geschreven.
- Ze schreef een boek over een vogel.
- Ze heeft een boek over een vogel geschreven.
Tom schreef een brief aan de kerstman.
- Hij heeft lange tijd niet naar hen geschreven.
- Hij heeft hen lange tijd niet geschreven.
- Ze heeft mij een sms gestuurd.
- Ze heeft me ge-sms't.
Zij heeft een liefdesbrief in het Esperanto voor mij geschreven.
De romans die hij geschreven heeft zijn interessant.
Simon en Garfunkel hebben er een lied over geschreven.
De dokter zette haar op een streng dieet.
Jiro Akagawa heeft meer dan 480 romans geschreven.
Tom heeft een hoop liefdesbrieven naar Maria geschreven.
De romans die hij geschreven heeft zijn interessant.
Tom kon de geheime boodschap niet decoderen.
In die jaren schreef hij eeuwig mooie gedichten.