Examples of using "Georgia" in a sentence and their dutch translations:
Georgia ziet een kat.
Hij is in Georgië geboren.
- Hij komt uit Georgia.
- Hij komt uit Georgië.
Zijn geboorteland is Georgië.
- Hij is in Georgië geboren.
- Zij is in Georgië geboren.
- Ik ben erg blij in Georgië.
- Ik ben heel gelukkig in Georgië.
De kleine Martin had een rustige kindertijd in Atlanta, Georgia.
Atlanta in Georgia heeft een van de drukste luchthavens ter wereld.
Ik ben heel gelukkig in Georgië.