Examples of using "…einem" in a sentence and their dutch translations:
een senator
...als met een zakenman, een intellectueel... ...en een wetenschapper. Hij was zo flexibel.
Schrijf met een pen, niet met een potlood.
Tom kent het verschil niet tussen een wind, een storm en een orkaan.
...een gewone burger en een boer...
een zegen worden en geen vloek?
Zij wonen in een klein huis.
Mary werkt bij een supermarkt.
Wat is het verschil tussen een egel en een stekelvarken?
Wat is het verschil tussen een piano en een vis?
Wat is het verschil tussen een ster en een planeet?
- Ik ben in een boot.
- Ik zit in een bootje.
Zinnen beginnen met een hoofdletter.
Nachtmerrie-waardig.
en een verloren vriend.
plaats daarvan aan bij een huzarenregiment.
Teken met een potlood.
Schrijf met een pen.
Ik schil aardappelen liever met een dunschiller dan met een eenvoudig mes.
- Tom woont in een sloppenwijk.
- Tom woont in een krottenwijk.
Maar wat dacht je van een rode ninja, een meester van de verrassingsaanval?
In een een-op-een strijd tegen een mens wint hij zeker.
Tom kent het verschil niet tussen een Japanner en een Chinees.
Tom kent het verschil niet tussen een tijger en een leeuw.
Tom weet het verschil niet tussen God en de Duivel.
Tom kent het verschil niet tussen een programma en een pogrom.
Ik werkte op een boerderij.
Ze reed op een kameel.
Tom is aan een slangenbeet overleden.
Het ontplofte met een luide knal.
- Kom je van een andere planeet?
- Komt u van een andere planeet?
- Komen jullie van een andere planeet?
Wat is het verschil tussen een konijn en een haas?
We overnachtten in een goedkoop hotel.
Weet je hoe je een woordenboek moet gebruiken?
Het concert begon met een pianosolo.
Haar ouders wonen op een camping.
Ik schil aardappelen liever met een dunschiller dan met een eenvoudig mes.
Mijn huis staat op een heuvel.
De arts werkt in een ziekenhuis.
Ze wonen in een groot huis.
Ze werkt in een wereldwinkel.
omdat één ervan letterlijk in ons huis woonde.
...of we maken een kamp in de boom.
Probeer nooit van een wolf weg te rennen.
We zijn met de bouw begonnen...
maar dan wel in een leuk huis
Dat was hartverscheurend.
Alstublieft met een potlood schrijven.
Wat dacht je van een drankje?
Zij zat onder een boom.
Ik werk in een ziekenhuis.
- Ik ben in een boot.
- Ik zit op een schip.
- Ik zit op een boot.
Ze reisde onder een schuilnaam.
- Mary werkt in een supermarkt.
- Mary werkt bij een supermarkt.
Ze werkt in een tatoeage-studio.
Hij werkt in een callcenter.
Hij werkt in een tatoeage-studio.
Zij wonen in een huis.
Schrijf alstublieft met een pen.
We wonen in een huis.
Ze woont in een dorp.
Ze werkt in een visrestaurant.
Ik heb het over een leeuw.
Hij woont in een dorp.
Ik woon in een hotel.
Tom woont in een rijhuis.
Tom zat op een stoel.
Ik woon op een boerderij.
Ik zwem in een rivier.
- Tom woont in een sloppenwijk.
- Tom woont in een krottenwijk.
Hij sliep onder een boom.
Tom zat op een boomstam.
Hij leeft in een appel.