Examples of using "degrés" in a sentence and their dutch translations:
Water kookt bij 100 graden Celsius.
Verwarm de oven voor op 130 graden.
De temperatuur daalde met enkele graden.
Water kookt bij 100 graden Celsius.
Verwarm de oven voor op 130 graden.
De temperatuur kan hier teruglopen tot minus 30 graden.
De lichaamstemperatuur van een schaap is 39 graden Celsius,
De temperatuur op het oppervlak kan wel 60 graden bereiken.
De som van alle hoeken in een driehoek is 180 graden.
Actinium verdampt bij 3198 graden Celsius.
Een hoek van 90 graden noemt men een rechte hoek.
Niet blootstellen aan een temperatuur boven de vijftig graden Celsius.
Maar het is er minstens 20 graden warmer... ...dan in de grot.
wilden de opwarming van de Aarde beperken tot 2 °C.
Maar de hitte is de echte moordenaar. Het kan daar wel 60 graden worden...
Het heeft niet geregend, want het regent niet bij min 10 graden.
Het koelt af tot acht, negen graden Celsius. De kou beneemt je de adem.
Een ondergrondse mijn kan wel 20 tot 30 graden koeler zijn... ...dan de oppervlakte.
Het is maar tien graden, en hij loopt in een T-shirt buiten. Ik krijg het al koud als ik naar hem kijk.