Examples of using "Musiikkia" in a sentence and their dutch translations:
Ik hoor muziek.
- Ik versta muziek niet.
- Ik begrijp de muziek niet.
We luisteren naar muziek.
Wij hebben muziek nodig.
Iedereen houdt van muziek.
Tom luistert naar muziek.
- We studeren muziek.
- Wij bestuderen muziek.
Mijn moeder houdt van muziek.
Kun je de muziek zachter zetten?
Ik luister naar muziek.
Hij luisterde naar muziek op zijn kamer.
Van kindsbeen af componeerde Mozart muziek.
Naar wat voor muziek luister je meestal?
Hij bestuurde de auto, luisterend naar muziek op de radio.
Ik kan me leven zonder muziek niet voorstellen.
- Tom luisterde op zijn kamer naar muziek tot in de diepe nacht.
- Tom luisterde naar muziek op zijn kamer tot laat in de nacht.
Muziek is geen taal, maar sommige talen klinken als muziek in mijn oren.