Translation of "Sons" in Dutch

0.007 sec.

Examples of using "Sons" in a sentence and their dutch translations:

- He has 12 sons.
- He has twelve sons.

Hij heeft twaalf zoons.

John has two sons.

John heeft twee zonen.

He had three sons.

Hij had drie zoons.

We have two sons.

We hebben twee zoons.

He has seven sons.

Hij heeft zeven zonen.

He has 12 sons.

Hij heeft twaalf zoons.

He has three sons.

Hij heeft drie zonen.

She has seven sons.

Zij heeft zeven zonen.

I have three sons.

Ik heb drie zoons.

Ruben has three sons.

Ruben heeft drie zoons.

I have two sons.

- Ik heb twee zonen.
- Ik heb twee zoons.

We are your sons.

We zijn je zonen.

Those are my sons.

Dat zijn mijn zonen.

Are those your sons?

- Zijn dat jouw zonen?
- Zijn dat uw zonen?

Where are your sons?

Waar zijn jouw zonen?

We are his sons.

Wij zijn zijn zonen.

Mr Wood had no sons.

Mijnheer Wood had geen zonen.

He has two sons, I believe.

Hij heeft twee zonen, denk ik.

His sons do as they please.

Zijn zoons doen wat ze willen.

How many sons does Tom have?

Hoeveel zonen heeft Tom?

He lost two sons in the war.

Hij verloor twee zonen in de oorlog.

He had three sons who became doctors.

Hij had drie zonen die dokter werden.

She has three sons, who became sailors.

Ze heeft drie zonen die zeeman geworden zijn.

I have two daughters and two sons.

Ik heb twee dochters en twee zonen.

He had three sons who became lawyers.

Hij had drie zonen die advocaat werden.

She has three sons who became sailors.

Ze heeft drie zonen die zeeman geworden zijn.

But his sons, ‘the piggies’, were very real.

Maar zijn zoons, 'de zwijntjes', waren heel echt.

We have got two daughters and two sons.

We hebben twee dochters en twee zonen.

Mr. Smith had three sons who became engineers.

Mr. Smith had drie zonen die ingenieur werden.

I am married and I have two sons.

Ik ben gehuwd en heb twee zonen.

- We are his sons.
- We are his children.

Wij zijn zijn zonen.

- He has three children.
- He has three sons.

Hij heeft drie zonen.

- These are my children.
- These are my sons.

Dit zijn mijn zonen.

- He has two sons, I believe.
- I think she has two sons.
- I think he has two sons.
- I think she has two children.
- I think he has two children.

- Hij heeft twee zonen, denk ik.
- Ik geloof dat hij twee zonen heeft.

He divided one million dollars among his five sons.

Hij verdeelde een miljoen dollar onder zijn vijf zonen.

Generally, who visits their parents more, sons or daughters?

Wie bezoeken er in het algemeen vaker hun ouders: zonen of dochters?

He has two sons that don't go to school yet.

Hij heeft twee zoons die nog niet naar school gaan.

My sister has two sons, so I have two nephews.

Mijn zus heeft twee zoons, dus ik heb twee neven.

- Mr Wood had no sons.
- Mr Wood didn't have any kids.

Mijnheer Wood had geen zonen.

His mother had three sons, of whom he was the youngest.

Zijn moeder had drie zoons, waarvan hij de jongste was.

Tom's daughter as well as his sons all went to college.

Tom zijn dochter en ook zijn zonen gingen allemaal naar de universiteit.

- He has three children.
- He has three wires.
- He has three sons.

Hij heeft drie zonen.

- We have two kids.
- We have two children.
- We have two sons.

- Wij hebben twee kinderen.
- We hebben twee zoons.

He was saying, ‘my sons, when they hear about this, then they’ll avenge me.’

Hij zei: 'mijn zonen, als ze dit horen, zullen ze me wreken.'

Mothers used to tell their sons that if they masturbated they would go blind.

Moeders hadden de gewoonte aan hun zonen te zeggen dat ze blind zouden worden als ze masturbeerden.

He thought Ragnar was saying, ‘If my sons knew about this they’d come and rescue me.’

Hij dacht dat Ragnar zei: 'Als mijn zonen hiervan wisten, zouden ze me komen redden.'

And oink, but what it means is ‘my sons are going to come, and what they do to you

en knorrend, maar wat het betekent is 'mijn zoons zullen komen, en wat ze je aandoen

On December 15th, 1859, Ludoviko Lazaro was born, the first son. Four other sons and three daughters were to follow later.

Op 15 december 1859 werd Lodewijk Lazarus geboren, de eerste zoon. Nog vier zonen en drie dochters volgden later.

- Do you have any children?
- Do you have children?
- Do you have kids?
- Do you have any kids?
- Do you have any sons?

Heb je kinderen?