Translation of "Romans" in Dutch

0.004 sec.

Examples of using "Romans" in a sentence and their dutch translations:

- The Romans wore togas.
- Romans wore togas.

Romeinen droegen toga's.

The Romans latinized Gaul.

De Romeinen hebben Galliƫ gelatiniseerd.

The Romans spoke Latin.

De Romeinen spraken Latijn.

The Romans wore togas.

De Romeinen droegen toga's.

The Romans call Zeus Jupiter.

De Romeinen noemen Zeus Jupiter.

The Romans called Zeus Jupiter.

De Romeinen noemden Zeus Jupiter.

The Romans built many aqueducts.

De Romeinen hebben vele aquaducten gebouwd.

Jupiter was worshipped by the Romans.

Jupiter werd aanbeden door de Romeinen.

Christ was crucified by the Romans.

Christus werd gekruisigd door de Romeinen.

Many young Romans went to Greece.

Veel jonge Romeinen gingen naar Griekenland.

Carthago was destroyed by the Romans.

Carthago was vernietigd door de Romeinen.

Carthage was destroyed by the Romans.

Carthago werd door de Romeinen vernietigd.

- Do in Rome as the Romans do.
- When in Rome, do as the Romans do.

Als u in Rome bent, doe dan zoals de Romeinen doen.

The wedding of the Romans is over.

De bruiloft van de Romeinen is voorbij.

The bridge was built by the Romans.

De brug is gebouwd door de Romeinen.

The heyday of the Romans is over.

De glorierijke dagen van de Romeinen zijn voorbij.

The Romans are famous for their aqueducts.

De Romeinen staan bekend om hun aquaducten.

When in Rome, do as the Romans do.

- Huil met de wolven.
- Huilen met de wolven in het bos.

Tarquinius was the last king of the Romans.

Tarquinius was de laatste koning van de Romeinen.

The Romans built a fleet of three hundred ships.

De Romeinen bouwden een vloot van driehonderd schepen.

The Germans and Celts had pants, but the Romans didn't.

De Germanen en Kelten hadden broeken, maar de Romeinen niet.