Translation of "Prick" in Dutch

0.002 sec.

Examples of using "Prick" in a sentence and their dutch translations:

What a prick!

- Wat een eikel!
- Wat een klootzak!
- Wat een rotzak!

- What an asshole!
- What a prick!

- Wat een klootzak!
- Wat een rotzak!

You're a self-inflated arrogant prick.

- Je bent een opgeblazen arrogante klootzak.
- Je bent een opgeblazen arrogante hufter.
- Je bent een opgeblazen arrogante schoft.

If you prick us, do we not bleed?

Als gij ons prikt, bloeden wij dan niet?

- What a dick!
- What a prick!
- What a jerk!

- Wat een eikel!
- Wat een klootzak!

- What an asshole!
- What a plonker!
- What a dick!
- What a prick!
- What a jerk!

- Wat een lul!
- Wat een eikel!
- Wat een klootzak!
- Wat een rotzak!
- Wat een lastpak!

My lady-friends fondly call my prick ‘Rumor’, because it goes from mouth to mouth.

Mijn vriendinnen noemen mijn piemel liefkozend "gerucht" omdat hij van mond tot mond gaat.