Translation of "Sneeuwt" in Spanish

0.006 sec.

Examples of using "Sneeuwt" in a sentence and their spanish translations:

- Nu sneeuwt het.
- Het sneeuwt nu.

- Está nevando ahora.
- Ahora está nevando.

- Kijk, het sneeuwt!
- Kijk! Het sneeuwt!

- ¡Mirá! ¡Está nevando!
- ¡Mira! ¡Está nevando!

Het sneeuwt.

- Está nevando.
- Nieva.

Kijk, het sneeuwt!

¡Mira, está nevando!

Het sneeuwt buiten.

- Afuera está nevando.
- Fuera está nevado.

Nu sneeuwt het.

Está nevando ahora.

Het sneeuwt vandaag.

- Está nevando hoy.
- Hoy está nevando.
- Hoy nieva.

Kijk! Het sneeuwt!

¡Mira! ¡Está nevando!

Ach, het sneeuwt!

- ¡Ah, es nieve!
- Nieva.
- Mira, está nevando.

Sneeuwt het vandaag?

Está nevoso?

Het sneeuwt hier.

Está nevando aquí.

Het sneeuwt daar.

Nieva allá.

Het sneeuwt hard.

Está nevando bastante.

Het sneeuwt hier vaak.

Suele nevar aquí.

Het sneeuwt in Parijs.

Está nevando en París.

Sneeuwt het in Boston?

¿Acaso nieva en Boston?

Het regent niet. Het sneeuwt.

No está lloviendo. Está nevando.

Bij ons sneeuwt het in januari.

Tenemos nieve en enero.

Het lijkt alsof het sneeuwt, hé?

¿Parece nieve, no?

Hier sneeuwt het gewoonlijk niet veel.

Por lo general, acá no nieva mucho.

Het sneeuwt nooit in dit land.

En este país no nieva nunca.

- Als het morgen sneeuwt, maak ik een sneeuwpop.
- Als het morgen sneeuwt, maak ik een sneeuwman.

Si nieva mañana, haré un muñeco de nieve.

Het sneeuwt hier altijd in de winter.

Aquí siempre nieva en invierno.

- Misschien gaat het sneeuwen.
- Misschien sneeuwt het.

- Puede que nieve.
- Podría nevar.
- Es posible que nieve.

- Het sneeuwt.
- Het is aan het sneeuwen.

Está nevando.

- Het sneeuwt vandaag.
- Het is sneeuwig vandaag.

- Está nevando hoy.
- Hoy está nevando.
- Hoy nieva.

In de winter sneeuwt het hier dikwijls.

Nieva mucho aquí en invierno.

Als het morgen sneeuwt, maak ik een sneeuwman.

- Si nieva mañana, haré un muñeco de nieve.
- Si mañana nieva, haré un muñeco de nieve.

...maar als het zo sneeuwt moet je slimmer zijn.

Pero, cuando nieva, hay que ser más listos.

Ik draag altijd laarzen als het regent of sneeuwt.

Siempre uso botas cuando llueve o nieva.

- Het sneeuwt weer.
- Het is weer aan het sneeuwen.

Vuelve a nevar.

- Misschien gaat het sneeuwen.
- Misschien zal het sneeuwen.
- Misschien sneeuwt het.

Tal vez nieve.

Dit is niet de eerste keer dat het in Boston sneeuwt op kerstdag.

No es ésta la primera vez que ha nevado en Boston el día de Navidad.

- Misschien gaat het sneeuwen.
- Het is mogelijk dat het gaat sneeuwen.
- Misschien zal het sneeuwen.
- Misschien sneeuwt het.

- Quizá nieve.
- Puede que nieve.

Heb ik me de hele week erop verheugd dat het donderdag zou gaan sneeuwen, nou is het donderdag, sneeuwt 't niet!

Me he estado regocijando toda la semana de que nevaría el jueves, estamos a jueves, ¡y no nieva!