Translation of "Zeg" in English

0.010 sec.

Examples of using "Zeg" in a sentence and their english translations:

- Zeg niets!
- Zeg niets.

Say nothing.

- Zeg iets!
- Zeg iets.

- Say something!
- Say something.

- Zeg 'aaa'.
- Zeg eens "aaa".

- Say 'ahhh'.
- Say "aah."

- Zeg "ahhh"!
- Zeg eens "ah!"

- Say "aah."
- Say "ahhh!"

- Zeg het!
- Zeg het maar!

Do tell!

- Zeg gewoon nee.
- Zeg maar nee.

Just say no.

Zeg iets.

- Say something!
- Say something.

Zeg iets!

Say something!

Zeg alsjeblieft.

Say please.

Zeg hallo.

Say hello.

Zeg vaarwel.

Say goodbye.

Zeg het.

- Say it.
- Speak out!
- Speak!

Zeg 'aaa'.

Say 'ahhh'.

Zeg dit.

Say this.

Zeg kaas.

Say cheese.

- Zeg het me.
- Vertel het me.
- Zeg maar.

- Tell me!
- Tell me.

- Zeg wat ge denkt.
- Zeg wat je denkt.

- Speak your mind.
- You should say what you think.

- Zeg steeds de waarheid.
- Zeg altijd de waarheid.

Always tell the truth.

Zeg dat niet.

- Don't say such a thing.
- Don't say that.

- Zeg op!
- Vertel!

Do tell!

Zeg geen onzin!

- Don't talk nonsense!
- Don't speak nonsense!
- Don't talk nonsense.

Zeg geen bullshit!

Don't say bullshit!

Zeg alsjeblieft iets.

Please say something.

Zeg nooit nooit.

Never say never.

Zeg niets meer!

Stop the talk!

Zeg het me.

Tell me.

Wat zeg je?

- What do you say?
- What say you?

Hoe zeg je...?

How do you say...?

Zeg eens "aaa".

Say 'ahhh'.

Ik zeg alles.

I say everything.

Ik zeg niks.

- I'll keep my mouth shut.
- I won't say anything.

Zeg maar nee.

Just say no.

Zeg geen woord.

Don't you say a word.

- Luister naar wat ik zeg.
- Luister wat ik zeg.

Listen to what I am saying.

- Ik zeg u de waarheid.
- Ik zeg je de waarheid.

I tell you the truth.

- Verstaat ge wat ik zeg?
- Begrijp je wat ik zeg?

Do you understand what I'm saying?

- Zeg "Dag" tegen uw vrienden.
- Zeg hallo tegen je vrienden.

Say hello to your friends.

- Zeg het in het Grieks!
- Zeg dat in het Grieks.

Say it in Greek!

- Zeg het in het Hongaars!
- Zeg dat in het Hongaars.

Say it in Hungarian!

- Zeg me wat je wil.
- Zeg me wat je wilt.

Tell me what you want.

Zeg het dan maar.

Say aye, go ahead.

Zeg jij het maar.

You decide.

Zeg dat nog eens.

Say that again.

Zeg het me rechtuit.

Give it to me straight.

Waarom zeg je dat?

Why do you say that?

Waarom zeg je niks?

How come you say nothing?

Zoiets zeg je niet!

That's not a proper thing to say.

Zeg zoiets niet meer.

Don't say such a thing again.

Zeg je vrienden gedag.

Say goodbye to your friends.

Zeg het toch maar!

Say it anyway!

Dat begint goed zeg!

That's a great start!

Hoe zeg je dat?

How do you say that?

- Niets zeggen!
- Zeg niets.

- Don't say anything.
- Don't say anything!

Hoe zeg je "long"?

- How do you say 'lung'?
- How do you say "lung"?

Zeg dat opnieuw, alsjeblieft.

- Say that again, please.
- Say it again, please.
- Please repeat.

- Niets zeggen!
- Zeg niets!

- Don't say anything.
- Say nothing.

Zeg nee tegen drugs.

Say no to drugs.