Examples of using "стуле" in a sentence and their dutch translations:
Een kat slaapt op een stoel.
De kat slaapt op de stoel.
De kat slaapt op een stoel.
Er zat een kat op de stoel.
De kat slaapt op de stoel.
Zit de kat op of onder de stoel?
Tom zat plotseling rechtovereind in zijn stoel.
"Ligt er een boek op de stoel?" "Ja, dat is er."
Mijn grootvader zit altijd in deze stoel.
Hij zit in deze stoel wanneer hij tv-kijkt.
De kat zit op de stoel en kijkt naar het vlees dat op de keukentafel ligt.