Examples of using "пили" in a sentence and their dutch translations:
- We dronken.
- We waren aan het drinken.
Ze dronken.
Was je aan het drinken?
Wat heb je gedronken?
We dronken bier.
Iedereen dronk koffie.
Ze aten kaviaar en dronken champagne.
Zij dronken koffie.
Je drinkt beter geen water van de kraan.
Wat heeft ze gedronken?
- Iene miene mutte, tien pond grutte, tien pond kaas, wie is de baas?
- Onder de piano lag een ei, in dat ei daar zat een brief, waarop te lezen stond wie is uw lief?
- Onder de piano ligt een flesje bier; al wie er van drinkt, stinkt!
- Op de brug zit een mug met haar muil wijd open; zeven ezels, achttien kwezels zijn erin gekropen.