Examples of using "«Америка»" in a sentence and their dutch translations:
- Amerika houdt van je.
- Amerika houdt van u.
- Amerika houdt van jullie.
Amerika is prachtig.
Amerika is prachtig.
Is Amerika groter dan Europa? - Ja, Amerika is groter dan Europa.
Amerika is een land van immigranten.
Amerika is een land van immigranten.
- Amerika is heel groot.
- Amerika is erg groot.
De Verenigde Staten schaften de slavernij af.
gevolgd door Noord-Amerika.
Amerika is geen land, maar een continent.
Amerika is verdeelder als nooit tevoren.
Dat is niet het Amerika dat ik voor mijn kinderen wil.
- Het is fantastisch om in Amerika te zijn, als je hier bent om geld te verdienen.
- Amerika is een heerlijke plek om te wonen, als je hier bent om geld te verdienen.
Dus laat er geen twijfel zijn: de islam maakt deel uit van Amerika. En ik geloof dat Amerika de waarheid in zich heeft dat we, ongeacht ras, religie of positie in het leven, allemaal gemeenschappelijke ambities hebben - om in vrede en veiligheid te leven; om een opleiding te volgen en waardig te werken; om onze gezinnen, onze gemeenschappen en onze God lief te hebben. Deze dingen delen we. Dit is de hoop van de hele mensheid.