Translation of "Arbuza" in Dutch

0.005 sec.

Examples of using "Arbuza" in a sentence and their dutch translations:

Zjedzmy arbuza!

Laten we een watermeloen eten!

Czy kupiłeś arbuza?

- Heb je een watermeloen gekocht?
- Heeft u een watermeloen gekocht?
- Hebben jullie een watermeloen gekocht?

Lubię smak arbuza.

Ik hou van de smaak van watermeloen.