Examples of using "Americano" in a sentence and their dutch translations:
Ik ben Amerikaans.
Is hij Amerikaans?
Hij is Amerikaan.
Hij is Afro-Amerikaans.
Ik ben Amerikaans.
Hij is niet Amerikaans maar Engels.
Hij is niet Amerikaans maar Engels.
Hij is geen Amerikaan.
Dat eiland is Amerikaans grondgebied.
- Ben je Amerikaans?
- Bent u Amerikaans?
- Zijn jullie Amerikaans?
Louis Armstrong was een Amerikaanse muzikant.
De oorlog heeft het Amerikaanse volk verenigd.
De Amerikaanse film was een groot succes.
Brits Engels verschilt in veel opzichten van Amerikaans Engels.
Het Amerikaanse budget voor de militaire fanfare alleen
Mijn naam is Roemeens, de zijne is Amerikaans.
Tom brengt veel tijd door met het spelen van American football.
Als Amerikaan (of Europeaan, nvdv) heb je deze waarschijnlijk gezien op school.
...vicepresident Mike Pence zo beschreef aan de Amerikanen: