Examples of using "Adj" in a sentence and their dutch translations:
Geef me een biertje.
Schenk bloed.
Geef me tijd.
- Verkopen!
- Verkoop het!
Geef me een vel papier.
Geef me een biertje.
Geef me een hint.
- High five!
- Geef me de vijf!
Geef me een sinaasappel.
Geef me een kus.
Geef hem tijd.
Geef mij iets te eten.
Geef me een appel.
Geef me een kusje!
Geef mij een stuk papier.
Je moet me fosfor geven.'
Geef mij iets om op te schrijven.
Geef me een fles wijn.
Geef me alsjeblieft een asbak.
Geef me er een paar.
Geef me nog een biertje.
Geef mij een kans.
Geef mij drie krijtjes.
- Geef ons drie minuten.
- Geeft u ons drie minuten.
- Maak plaats, alsjeblieft.
- Maak plaats, alstublieft.
- Maak ruimte, alsjeblieft.
- Maak ruimte, alstublieft.
Geef Tom iets te drinken.
Geef mij een beetje melk.
Voeg meer water toe.
Geef mij water.
Geef me nog een kans.
Voeg wat melk toe.
- Geef me een tas melk, als je wilt.
- Geef me alsjeblieft een kopje melk.
Mag ik een kopje koffie?
Geef me een precies antwoord.
Geef me een paar dagen.
Geef me een beetje water, alsjeblieft.
Geef me een glas melk.
Geef me een precies antwoord.
Je moet me nu meteen 500 dollar geven.
Geef me alstublieft nog een kans.
Geef me vijf dagen.
- High five!
- Geef me de vijf!
Geef mij een voorbeeld.
Mag ik alstublieft een glas water?
Geef water aan de vogels, want ze willen drinken.
Geef me een ander voorbeeld.
Doe nog een beetje melk in mijn thee, alstublieft.
Geef de vogel voer!
Geef me een tweede kans.
Geef me alsjeblieft een foto van je, zodat ik niet vergeet hoe je eruitziet.
Zet het geluid harder.
- Help degenen die zichzelf niet kunnen helpen.
- Help hen die zichzelf niet kunnen behelpen.