Translation of "Sprichst" in Dutch

0.007 sec.

Examples of using "Sprichst" in a sentence and their dutch translations:

- Sprichst du Plattdeutsch?
- Sprichst du Niederdeutsch?
- Sprichst du Platt?

Spreek je Platduits?

- Sprichst du kaschubisch?
- Sprichst du Kaschubisch?

- Spreek je Kasjoebisch?
- Spreekt u Kasjoebisch?
- Spreken jullie Kasjoebisch?

- Sprichst du Latein?
- Sprichst du Lateinisch?

- Spreekt u Latijn?
- Spreek je Latijn?

- Sprichst du Plattdeutsch?
- Sprichst du Niederdeutsch?

Spreek je Nederduits?

Du sprichst.

- Je spreekt.
- Jij spreekt.

Sprichst du Klingonisch?

Spreek jij Klingon?

Du sprichst Deutsch.

Jij spreekt Duits.

Sprichst du Portugiesisch?

Spreek je Portugees?

Sprichst du Georgisch?

Spreek je Georgisch?

Sprichst du Lettisch?

Spreek je Lets?

Sprichst du Hebräisch?

Spreek je Hebreeuws?

Sprichst du Englisch?

Spreek je Engels?

Sprichst du Deutsch?

Spreek je Duits?

Worüber sprichst du?

Waar heb je het over?

Sprichst du Japanisch?

Spreek je Japans?

Sprichst du Französisch?

Praat je Frans?

Sprichst du Bulgarisch?

- Spreek jij Bulgaars?
- Spreek je Bulgaars?

Sprichst du Latein?

Spreek je Latijn?

Sprichst du Arabisch?

Spreek je Arabisch?

Sprichst du Italienisch?

Spreek je Italiaans?

Sprichst du Schwedisch?

- Spreek je Zweeds?
- Spreekt u Zweeds?
- Spreken jullie Zweeds?

Sprichst du Albanisch?

- Spreek je Albanees?
- Spreekt u Albanees?
- Spreken jullie Albanees?

Sprichst du Suaheli?

- Spreek je Swahili?
- Spreekt u Swahili?
- Spreken jullie Swahili?

Sprichst du Spanisch?

- Spreekt u Spaans?
- Spreek je Spaans?

Sprichst du Griechisch?

Spreek jij Grieks?

Sprichst du Persisch?

- Spreek je Farsi?
- Spreekt u Farsi?
- Spreken jullie Farsi?

Sprichst du Walisisch?

- Spreek jij Welsh?
- Spreek je Welsh?
- Spreken jullie Welsh?
- Spreekt u Welsh?

Sprichst du Chinesisch?

Spreek je Chinees?

Sprichst du Kurdisch?

- Spreek je Koerdisch?
- Spreekt u Koerdisch?
- Spreken jullie Koerdisch?

Sprichst du Ungarisch?

Spreek je Hongaars?

Sprichst du Esperanto?

Spreek je Esperanto?

Sprichst du Urdu?

- Spreek je Urdu?
- Spreekt u Urdu?
- Spreken jullie Urdu?

Sprichst du färöisch?

- Spreek je Faeröers?
- Spreekt u Faeröers?
- Spreken jullie Faeröers?

Sprichst du Russisch?

- Spreek je Russisch?
- Kan je Russisch spreken?

Sprichst du Luxemburgisch?

Spreek je Luxemburgs?

Sprichst du Slowakisch?

Spreek je Slowaaks?

Sprichst du Katalanisch?

Spreek jij Catalaans?

Sprichst du Polnisch?

Spreek je Pools?

- Sprichst du ausgehend von eigenen Erfahrungen?
- Sprichst du aus Erfahrung?

Spreek je uit eigen ervaring?

Sprichst du zu mir?

- Spreekt ge tegen mij?
- Heb je het tegen mij?

Du sprichst gutes Englisch.

Je spreekt goed Engels.

Mit wem sprichst du?

Tegen wie heb je het?

Sprichst du meine Sprache?

- Spreek je mijn taal?
- Spreekt u mijn taal?
- Spreken jullie mijn taal?

Sprichst du Toki Pona?

Spreek je Toki Pona?

Welche Sprachen sprichst du?

- Welke talen spreek je?
- Welke talen spreekt u?
- Welke talen spreken jullie?

- Du sprichst.
- Sie sprechen.

- Je spreekt.
- U spreekt.
- Gij spreekt.
- Jullie spreken.
- Jij spreekt.
- Ge spreekt.

Warum sprichst du Französisch?

- Waarom spreek je in het Frans?
- Waarom spreekt u in het Frans?
- Waarom spreken jullie in het Frans?

Sprichst du die Berbersprache?

- Spreek je Berber?
- Spreekt u Berber?
- Spreken jullie Berber?

Du sprichst fließend Englisch.

Je spreekt vloeiend Engels.

Sprichst du gut Französisch?

Spreek je goed Frans?

Welche Sprache sprichst du?

Welke taal spreek je?

Du sprichst zu viel.

Je praat te veel.

Sprichst du auch Französisch?

Spreek je ook Frans?

Du sprichst Suaheli? Donnerwetter!

Spreek je Swahili? Verdomme!

Denke nach, ehe du sprichst!

Denk voor je spreekt.

Wie viele Sprachen sprichst du?

- Hoeveel talen spreek jij?
- Hoeveel talen spreek je?
- Hoeveel talen kan je spreken?

Du sprichst Deutsch, oder nicht?

Jij spreekt Duits, niet?