Examples of using "Makaa" in a sentence and their dutch translations:
Lig stil.
Hij ligt op de bank.
Tom ligt op zijn rug.
Er ligt een kat op de sofa.
Tom ligt op zijn rug.
Tom ligt op de sofa tv te kijken.
Hij ligt op de bank.
Wie wind zaait, zal storm oogsten.
Wie wind zaait, zal storm oogsten.