Translation of "Worry" in Dutch

0.007 sec.

Examples of using "Worry" in a sentence and their dutch translations:

- Don't worry.
- Don't worry!

Maak je geen zorgen.

- Don't worry about it!
- Don't worry about it.
- Don't worry.

- Maak je geen zorgen.
- Maak u niet ongerust.

Don't worry.

Maak je geen zorgen.

- Don't worry, be happy!
- Don't worry, be happy.

Maak je geen zorgen, wees blij!

- Don't worry about me.
- Don't worry about me!

- Maak je geen zorgen over mij.
- Maak je geen zorgen om mij.
- Maak u maar geen zorgen over mij.

- Don't worry about it!
- Don't worry about it.

- Maak je er geen zorgen over!
- Maak je maar geen zorgen.

- Don't worry about it!
- Don't worry.
- Stop worrying.

- Maak je geen zorgen.
- Maak u niet ongerust.

We didn't worry.

We maakten ons geen zorgen.

I shouldn't worry.

Ik zou me geen zorgen moeten maken.

I never worry.

Ik maak me nooit zorgen.

- There is nothing to worry about.
- No need to worry.
- There's no need to worry.

- Er is niets om zich zorgen over te maken.
- Er is geen reden tot bezorgdheid.

Don't worry about it!

Maak je er geen zorgen over!

Don't worry about us.

Maak je geen zorgen over ons.

I worry about him.

Ik maak me zorgen over hem.

Don't worry about me.

Maak u maar geen zorgen over mij.

Don't worry, be happy!

Maak je geen zorgen, wees blij!

He started to worry.

Hij werd ongerust.

- Don't worry.
- No worries.

Maak u niet ongerust.

Why should I worry?

Waarom zou ik me zorgen moeten maken?

Don't worry about this.

Maak je hier geen zorgen over.

- Don't worry about such a thing.
- Don't worry about a thing.

Maak u geen zorgen om zoiets.

- Don't worry. Everything is under control.
- Don't worry. Everything's under control.

Maak je geen zorgen. Alles is onder controle.

- Don't worry, you are doing well.
- Don't worry, you're doing well.

Maak je geen zorgen, je doet het goed.

Don't worry about the results.

Wees niet ongerust over de resultaten.

Don't worry about the past.

Maak je geen zorgen over het verleden.

There's no need to worry.

- Er is niets om zich zorgen over te maken.
- Er is geen reden tot bezorgdheid.

Don't worry. I'll do it.

Maak u geen zorgen. Ik doe dat wel.

Don't worry. These things happen.

Maak je geen zorgen. Zulke dingen gebeuren nu eenmaal.

Don't worry about my dog.

Maak je geen zorgen om mijn hond.

Don't you worry about them.

- Maakt u zich geen zorgen over hen.
- Maak je maar geen zorgen over hen.

I worry about my future.

Ik maak me zorgen over mijn toekomst.

I try not to worry.

Ik probeer me geen zorgen te maken.

Don't worry about your family.

Maak je geen zorgen om je familie.

Don't you worry about me.

- Maakt u zich geen zorgen over mij.
- Maak je maar geen zorgen over mij.

Don't you worry about him.

- Maakt u zich geen zorgen over hem.
- Maak je maar geen zorgen over hem.

I don't worry about him.

Ik maak me geen zorgen over hem.

I don't worry about her.

Ik maak me geen zorgen over haar.

Don't worry. You'll make it.

Maak u geen zorgen. Ge zult slagen.

Don't worry, everyone makes mistakes.

Maak je niet druk, iedereen maakt een fout.

I don't worry about it.

Ik maak me er geen zorgen over.

I don't worry about mistakes.

Ik maak me geen zorgen over fouten.

I probably worry too much.

- Ik maak me waarschijnlijk te veel zorgen.
- Vermoedelijk maak ik me te veel zorgen.

I don't worry about you.

Ik maak me geen zorgen over jou.

Don't worry. We are well.

Maak je geen zorgen; het gaat goed met ons.

- I don't want you to worry.
- I do not want you to worry!

Ik wil niet dat je je zorgen maakt.

- Take it easy.
- Don't worry about it.
- Don't worry.
- Don't bother.
- Don't fret.

Maak je geen zorgen.

- You don't need to worry about it.
- You don't have to worry about that.

Je hoeft je geen zorgen daarover te maken.

- Tom doesn't need to worry about that.
- Tom doesn't have to worry about that.

Tom hoeft zich geen zorgen te maken daarover.

- Tom doesn't have to worry about that.
- Tom doesn't have to worry about it.

Tom hoeft zich geen zorgen te maken daarover.

Don't worry. It's a common mistake.

Maak u geen zorgen. Het is een veelvoorkomende fout.

Don't worry about something so silly.

Maak je geen zorgen om zoiets onnozels.

Don't worry. She doesn't understand German.

Maak je geen zorgen. Ze verstaat geen Duits.

Don't worry. I'll stay with you.

Maak je geen zorgen. Ik blijf bij je.

Tom told us not to worry.

Tom zei ons dat we ons geen zorgen hoeven te maken.

- Never mind!
- Don't worry.
- No worries.

- Maak je geen zorgen.
- Maak u niet ongerust.

It's not your fault, don't worry.

Het is niet jouw schuld, geen zorgen.

Why should I worry about Tom?

Waarom zou ik me zorgen maken om Tom?

I don't want you to worry.

Ik wil niet dat je je zorgen maakt.

Why shouldn't I worry about Tom?

Waarom zou ik me geen zorgen maken om Tom?

Don't worry. My lips are sealed.

Maak je geen zorgen! Mijn lippen zijn verzegeld.

Don't worry. Tsunamis are very rare.

- Maakt u zich geen zorgen. Tsunami's zijn erg zeldzaam.
- Maak je zich geen zorgen. Tsunami's zijn erg zeldzaam.

Don't worry. I can help you.

Maak je geen zorgen. Ik kan je helpen.

Sami really doesn't need to worry.

Sami hoeft zich echt geen zorgen te maken.

Sami didn't have to worry anymore.

Sami hoefde zich geen zorgen meer te maken.