Translation of "Russisch" in Spanish

- Spreek je Russisch?
- Spreekt u Russisch?
- Spreken jullie Russisch?

- ¿Hablas ruso?
- ¿Habla usted ruso?
- ¿Hablan ustedes ruso?

- Spreek je Russisch?
- Spreekt u Russisch?
- Spreken jullie Russisch?
- Kan je Russisch spreken?

¿Hablas ruso?

- Spreekt u Russisch?
- Spreken jullie Russisch?

¿Habla usted ruso?

- Spreek je Russisch?
- Kan je Russisch spreken?

¿Hablas ruso?

- Tom kan Russisch spreken.
- Tom spreekt Russisch.

Tom habla ruso.

- Tom kan Russisch spreken.
- Tom kent Russisch.

Tom habla ruso.

Zij spreekt Russisch.

- Ella sabe hablar ruso.
- Ella puede hablar ruso.

Zij zijn Russisch.

Ellos son rusos.

Hij spreekt Russisch.

Él habla ruso.

Ik spreek Russisch.

Hablo ruso.

Spreek je Russisch?

¿Hablas ruso?

Hij spreekt perfect Russisch.

Él habla ruso a la perfección.

Hij spreekt ook Russisch.

Él también puede hablar ruso.

Ik spreek geen Russisch.

No hablo ruso.

Ik ga Russisch studeren.

Voy a estudiar ruso.

Ik wil Russisch leren.

Quiero aprender ruso.

- Russisch is erg moeilijk te leren.
- Russisch leren is heel moeilijk.

El ruso es bien difícil de aprender.

- Russisch is erg moeilijk te leren.
- Russisch leren is heel moeilijk.
- Het is heel moeilijk om Russisch te leren.

Aprender ruso es muy difícil.

In 2012 leerde ik Russisch.

En 2012 aprendí ruso.

Ik spreek Esperanto en Russisch.

Hablo esperanto y ruso.

Hij heeft snel Russisch verworven.

Él dominó rápidamente el ruso.

Hij is Russisch van geboorte.

Él es ruso de nacimiento.

Russisch is niet zijn moedertaal.

El ruso no es su lengua materna.

Russisch is erg moeilijk te leren.

El ruso es muy difícil para aprender.

- Het zijn Russen.
- Zij zijn Russisch.

- Ellos son rusos.
- Ellas son rusas.

- Hij kan het Russisch zowel spreken als schrijven.
- Hij kan zowel Russisch spreken als schrijven.

Él puede hablar y escribir en ruso.

Rusland wordt "Rossiya" genoemd in het Russisch.

Russia se llama "Rossiya" en ruso.

Wie in Rusland wordt geboren is Russisch.

Quien nace en Rusia es ruso.

- Men moet de tekst vertalen in het Wit-Russisch.
- De tekst moet in het Wit-Russisch vertaald worden.

El texto debe ser traducido al bielorruso.

We hebben Russisch geleerd in plaats van Frans.

Hemos aprendido ruso en vez de francés.

Voor een Franstalige is Russisch moeilijker dan Spaans.

Para un francoparlante, el ruso es más difícil que el español.

Hij kan het Russisch zowel spreken als schrijven.

Él puede hablar y escribir en ruso.

Oost-Pruisen een Russisch offensief leken uit te lokken.

Prusia Oriental parecieron provocar una ofensiva rusa.

De tekst moet in het Wit-Russisch vertaald worden.

El texto debe ser traducido al bielorruso.

- Hij is Russisch van geboorte.
- Hij is Rus van geboorte.

Él es ruso de nacimiento.

Russisch heeft er 12, maar sommige talen, zoals Wobé, heeft er slechts 3.

El ruso tiene 12, pero algunos idiomas, como el wobé, sólo tienen 3.

Wist je dat Julia tien jaar in Moskou gewoond heeft? Daarom spreekt ze zo goed Russisch.

¿Sabías que Julia vivió 10 años en Moscú? Por eso habla ruso tan bien.