Examples of using "шнурки" in a sentence and their dutch translations:
Strik je schoenveters.
Strik je schoenveters.
Jouw veters zijn los.
- Mijn schoenveters schoten los.
- Mijn veters waren losgeraakt.
Ik maakte mijn veters los.
Tom strikte zijn veters.
Tom strikte zijn veters.
Hij strikte zijn veters.
Tom heeft nieuwe schoenveters gekocht.
Toms veters zijn los.
Strik je schoenveters.
- Tom kan niet zelf zijn veters stikken.
- Tom kan zijn eigen schoenveters niet strikken.
Tom heeft nieuwe schoenveters gekocht.
- Je veter zitten los.
- Uw veters zitten los.