Examples of using "угадал" in a sentence and their dutch translations:
- Tom had gelijk.
- Tom heeft gelijk.
- Tom raadde het goed.
- Tom heeft het goed geraden.
- Ik had gelijk.
- Ik heb het goed geraden.
- Ik gokte goed.
- Tom raadde het verkeerd.
- Tom heeft het verkeerd geraden.
Tom heeft het geraden.
- Je hebt goed geraden.
- U hebt goed geraden.
- Jullie hebben goed geraden.