Examples of using "воровал" in a sentence and their dutch translations:
- Hij was aan het stelen.
- Hij was aan het vliegen.
- Hij vloog.
- Hij stal.
- Tom stal.
- Tom vloog.
- Tom was aan het vliegen.
- Tom was aan het stelen.
- Je was aan het vliegen.
- Je vloog.
- Je was aan het stelen.
- Je stal.