Examples of using "見せて。" in a sentence and their dutch translations:
- Laat me dat eens zien.
- Laat me dat zien.
- Laat zien!
- Laat het me zien.
Laat eens zien.
Laat me de foto zien.
- Laat zien.
- Laat me zien!
- Laat zien!
- Laat dat eens zien.
- Laat dat eens aan mij zien.
Ik zal het je tonen.
Kunt u me nog een andere laten zien?
Laat me het zien.
Kunt u me nog een andere laten zien?
Mag ik uw paspoort, alstublieft?
Laat me alsjeblieft de tv-gids zien.
Wilt u me uw paspoort even laten zien alstublieft?
- Laat me je rijbewijs zien, alsjeblieft.
- Laat me alstublieft je rijbewijs zien.
- Steek je tong uit.
- Steek je tong uit!
- Laat me alsjeblieft de wond zien.
- Laat me alstublieft de wond zien.
Ze liet me haar nieuwe auto zien.
- Laat me alsjeblieft het litteken zien.
- Laat me alstublieft het litteken zien.
Uw ticket, alstublieft.
Laat het me eens zien alstublieft.
- Laat me de foto zien.
- Laat me de foto eens zien.
- Laat zien.
- Laat me even kijken.
- Laat me eens zien.
Ze toonde mij haar kamer.
- Mag ik uw rijbewijs zien?
- Laat me je rijbewijs zien, alsjeblieft.
- Laat me alstublieft je rijbewijs zien.
Carl liet me de gouden medaille zien.
Mag ik uw paspoort even zien?
Ik wou het je tonen.
Laat me alsjeblieft je foto zien.
Laat me even kijken.
Damon liet mij zijn postzegelalbum zien.
Hij toonde mij een foto van zijn eigen schilderij.
Mijnheer, mag ik uw rijbewijs zien?
Mag ik het menu zien, alstublieft?
Kunt u me deze foto's laten zien, alstublieft?
Zij heeft mij haar album laten zien.
Kunt u mij uw instapkaart laten zien?
Toon mij andere.
Toon mij een goedkopere alstublieft.
- Hij toonde me haar foto.
- Hij toonde me zijn foto.
Hij toonde me zijn postzegelverzameling.
Hij liet me zijn fotoalbum zien.
Mijn zus liet me een nieuw horloge zien.
Toon me de pop die je gisteren kocht.
Mag ik uw krant even zien?
Ik zal u mijn nieuwe auto tonen.
Laat me de foto's zien die je in Parijs genomen hebt.
Ik laat je de auto zien die ik net gekocht heb.
Laat eens zien wat je gekocht hebt.
of toen ze de foto's liet zien van haar familie in Mexico.
- Zult ge mij tonen wat ge gisteren gekocht hebt?
- Toon je me wat je gisteren gekocht hebt?
Ik laat je de auto zien die ik net gekocht heb.
Laat me je rijbewijs zien, alsjeblieft.
Ik zal je mijn album laten zien.
Mag ik uw paspoort even zien?
Mag ik dat tijdschrift even zien?
- Ik zal je wat foto's laten zien.
- Ik zal jullie wat foto's laten zien.