Examples of using "悪かった。" in a sentence and their dutch translations:
Het spijt me.
Dit was mijn fout.
Dit was mijn fout.
Hij heeft zich slecht gedragen.
- Ze heeft een hartkwaal.
- Ze heeft een hartaandoening.
Omdat ze zich ziek voelde.
Niet alleen jij maar ook ik had schuld.
Zijn broer deed gemeen tegen me.
Toen ik vanochtend wakker werd, voelde ik me ziek.
die zich had geopenbaard toen hij een jonge man was.
- Excuseer.
- Sorry...
- Het spijt me.
- Mijn excuses.
Ik heb geen spijt van wat ik gedaan heb.
Omdat het de hele nacht geregend had, waren de wegen in een erg slechte toestand.
De buren zeiden: "Oh, dat is tegenslag."
Gisteren was ik ziek.
Ze schaamde zich heel erg toen haar kind zich erg misdroeg in het openbaar.
Gisteren was ik ziek.
Hij heeft zijn fout erkend.
Hij kon niet komen, omdat hij ziek was.