Examples of using "嫌だ!" in a sentence and their dutch translations:
Ik wil niet!
Neen!
Ze was slecht gehumeurd.
Neen!
's Ochtends is hij nogal een brombeer.
Ik wil niet beneden zitten zonder terugweg.
We vangen hem niet opnieuw. Ik moet dit laten behandelen.
Ik ben nooit zo'n voorstander van lange tijd onder de grond zijn.
Ik wil noch uitlenen noch lenen.
Wat als ik "nee" zou zeggen?
Ik haat het om alleen te zijn met Kerstmis.
- Ik schaamde me om in oude kleren uit te gaan.
- Ik was beschaamd om in oude kleren uit te gaan.
"Het ziet ernaar uit dat de tyfoon deze kant op komt." "Ja. Ik hoop maar niet dat school morgen gesloten is."
Ik vind het niet leuk wanneer hij zo vaak naar mijn huis komt.