Examples of using "もうちょっと。" in a sentence and their dutch translations:
Bijna.
Wacht nog een beetje.
Ik was bijna verdronken.
Wacht nog een beetje.
Ik wil nog wat langer slapen.
De vakantie is bijna om.
Als het wat warmer geweest was, dan hadden we in de tuin thee kunnen drinken.